Taalspeelhuisje voor kinderen met achterstand
Het Noplica taalspeelhuis is gemaakt om kinderen van nieuwkomers en kleuters met een taalachterstand Nederlands te leren. Het idee van het project is gebaseerd op recent onderzoek naar taalverwerving door spelen en bewegen te combineren. Taalwetenschapper Paula Fikkert van de Radboud Universiteit is als onderzoeker betrokken bij dit project.
Korte spanningboog
Jonge kinderen zijn speels en nieuwsgierig en beschikken over een zeer korte spanningsboog. Ze willen het liefst veel spelen en de hele wereld om zich heen ontdekken. Extra beweging zorgt ervoor dat kinderen minder ongeduldig zijn en een betere concentratie kunnen opbrengen. In het taalhuis worden kinderen gestimuleerd te dansen, springen en rennen. Dit leidt tot een betere balans tussen lichaam en geest.
Paula Fikkert legt uit waarom het taalhuis zo'n goed concept is: "Uniek is dat games worden gebruikt om kinderen aan te sporen om te spelen in een huisje dat buiten op het schoolplein staat. Op deze manier kunnen kinderen spelend en bewegend leren, wat in positieve zin bijdraagt aan het leervermogen. Er is bovendien geen instructie van een ouder nodig. De kinderen kunnen alles zelf ontdekken."
Het taalhuis helpt en ondersteunt leerkrachten bij het aanleren van een nieuwe taal aan kinderen. Het ontneemt daarbij de werkdruk doordat het herhalen van woorden leren in de klas, liedjes zingen en zinnen oefenen veel minder nodig zijn. Dit doen kinderen nu zelf spelenderwijs in het speelhuisje. In het huisje leren kinderen weer van elkaar doordat ze elkaar moeten helpen of tegen elkaar moeten spelen.
Het Noplica Taalhuisje is in eerste instantie ontwikkeld door Stichting Child Tuition om arme kinderen in India te helpen de Engelse taal aan te leren. Het eerste prototype van het taalhuisje staat sinds enige tijd in Rotterdam en helpt Nederlandse kinderen Engels leren.
Reactie toevoegen