Schijf van Vijf voor buitenspelen
Veel gemeenten gebruiken vastomschreven normen bij het ontwikkelen van speelruimtebeleid. Bijvoorbeeld voor de omvang, het aantal en de spreiding van speelplekken, gekoppeld aan een vaste actieradius van kinderen. Speelplan kiest voor een andere benadering door meer flexibel met deze universele en kwantitatieve normering om te gaan. Er zal meer rekening gehouden moeten worden met de unieke ruimtelijke en sociaal-culturele context van de buurt.
Met het ontwikkelen van de ‘Schijf van Vijf voor Buitenspelen’ zet Speelplan een stap in de goede richting. De schijf bevat vijf essentiële speelomgevingen die nodig zijn voor het realiseren van een kindervriendelijke buurt. Het is een advies voor gevarieerde openbare ruimte. De vijf elementen vullen elkaar aan, zorgen voor meer diversiteit en een goede bereikbaarheid van de speelplekken. Binnen elk speelgebied kunnen kinderen zich vrijuit bewegen.
Traditioneel: Een formele speelvoorziening met speeltoestellen.
Trapveldje: Ruimte voor sport en spel.
Vieze knieën: Avontuurlijke en natuurlijke speelruimte.
’t Pleintje; Verharde ruimte om bijvoorbeeld te fietsen, steppen of knikkeren.
Speelroute: Een verbindende, veilige en kindvriendelijke route door de buurt.
Stedenbouwkundige Arie Stobbe van Speelplan past de ‘Schijf van Vijf voor Buitenspelen met succes toe. “Een belangrijke meerwaarde is dat de discussie over invulling van speelruimte breder gevoerd wordt met de beleidsmakers, beheerders en bewoners. Het stimuleert de belanghebbenden om de uniformiteit van speelplekken los te laten en na te denken over aanvullende spelvormen. Daarin is het belangrijk dat de ontmoetingsfunctie van de centrale speelplek wordt versterkt en dat de kinderen op ontdekkingstocht kunnen in hun eigen woonomgeving. De gemeente Lisse is daar een goed voorbeeld van. Zij vonden het de moeite waard om dit binnen hun gemeentelijke speelruimtebeleid toe te passen."
Reactie toevoegen