Minder speelplekken, maar meer te besteden per plek?
De enquête ging onder andere over speelplekken voor kinderen met een beperking, over de participatie van kinderen bij het ontwikkelen van speelplekken en over belemmeringen voor speelplekken. Omdat een beperkt aantal gemeenten de vragen heeft beantwoord, is niet te zeggen of de verschuivingen in percentages werkelijk een stijging of daling betekenen.
In de veel gemeenten zijn enkele speelplekken geschikt voor kinderen met een beperking (89%) van de 47 gemeenten. Dit geeft aan, dat het VN-verdrag handicap in Nederland goed begint te landen. 54% van de respondenten ziet kinderen met en zonder beperking voldoende samen spelen. De meeste gemeenten willen meer beweegtuinen en speelnatuur. Zij geven aan (68%) dat er te weinig plekken zijn met fitnesstoestellen (beweegtuinen). Ook is er te weinig speelnatuur (60%).
In de meerderheid werken gemeenten integraal aan de speel-en beweeginfrastructuur en combineren zij het beleid voor speel- en beweeginfrastructuur met ander beleid. De combinatie met (positief) jeugdbeleid, sportbeleid, gezondheidsbeleid en openbare ruimte-beleid komt veel voor.
De participatiegraad van kinderen lijkt iets af te nemen. 17% van de gemeenten geeft aan dat er bij hen geen beleid is voor het betrekken van kinderen en jongeren bij de inrichting van buitenruimte. In 2018 was dat nog 14%. Meer gemeenten hebben minder speelplekken. Het percentage gemeenten dat minder speelplekken verwacht, is gegroeid ten opzichte van 2018. Van 15% (2018) naar 23% (2019).Daar staat tegenover dat gelukkig iets meer gemeenten meer geld voor speelplekken te besteden hebben. In 2019 verwacht 19% meer geld te kunnen besteden t.o.v. 16,5% in 2018. Er wordt minder speelruimte voorzien, maar deze ruimte kan wel kwalitatief beter worden ingevuld.
Bestuurslid Willem Butz van Branchevereniging Spelen en Bewegen en Dave Ensberg-Kleijkers van Jantje Beton reageren op de uitkomsten in een artikel in het magazine BuitenSpelen. “Het is goed dat gemeenten bewust investeren in goede speelruimte. Maar er is veel meer speelruimte nodig voor kinderen, dus er moet echt meer aandacht en budget voor komen!”, aldus Willem Butz.” Dave Ensberg-Kleijkers: “Ik ben blij dat gemeenten meer voor kwaliteit dan voor kwantiteit lijken te kiezen, maar het is nog te vroeg om juichen. Kinderen en jongeren hebben nog altijd onvoldoende plek om te kunnen spelen en bewegen.”
Lees de volledige uitkomst van de enquête hier.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Onderzoek brengt bevindingen over speelvriendelijke steden in kaart
21 okt om 10:10 uurOp 16 oktober jl. hebben onderzoekers van De Haagse Hogeschool en de Hogeschool van Amsterdam hun…
'Doe niets, de kinderen kunnen het zelf': avontuurlijk spelen in Utrecht
30 mei om 09:59 uur“Doe niets, de kinderen kunnen het zelf.” Dat is de eerste en uitdagende tip aan speeltuinmedewerkers die…
Hoe AI de veiligheid van kinderen in speeltuinen kan bevorderen
7 mei om 08:59 uurKinderen kunnen veilig spelen in speeltuinen dankzij goed onderhouden speelobjecten. Om te kijken na hoeveel…
De week van de rechtvaardige straat: de straat is voor iedereen
10 apr om 09:48 uurJantje Beton slaat alarm
3 apr om 13:08 uurJantje Beton is op 3 april jl. de campagne Het Buitenspeelalarm gestart. Ze wil hiermee een krachtig signaal…
Buitenspelen met 'oude troep' pedagogisch verantwoord
26 mrt om 09:06 uurEen rommelspeeltuin: een speeltuin waar niet alleen speeltoestellen staan, maar ook 'oude troep' zoals tonnen…
Reactie toevoegen