Het kunstwerk als speeltoestel: wie is aansprakelijk?
Enkele jaren geleden is in het Kröller-Müller museum een toen 17-jarige scholier op het metershoge kunstwerk ‘Kijk uit!’ uitgegleden en ten val gekomen. Het gaat om een 52 meter hoge ‘luie trap’ van een kunstenaar. Vorig jaar is in Hoogeveen een 7-jarig meisje gewond geraakt als gevolg van een val van een kunstwerk dat voor een basisschool stond. Onlangs is in het centrum van Arnhem het zogeheten ‘Feestaardvarken’ geopend. Dit is een enorm kunstwerk waar kinderen op kunnen spelen. Hoewel dergelijke kunstwerken over het algemeen heel positief worden ervaren, kunnen zij toch vragen opwerpen met betrekking tot aansprakelijkheid als de kunstwerken ook worden gebruikt als speeltoestel. Want is iemand aansprakelijk als hij letsel oploopt doordat hij van een dergelijk werk valt, en zo ja, wie?
Onrechtmatige daad
Op grond van artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad) zou bijvoorbeeld een gemeente aansprakelijk kunnen zijn als zij heeft nagelaten adequate veiligheidsvoorzieningen te treffen bij het kunstwerk. Er kan in dat geval sprake zijn van gevaarzetting als het waarschijnlijk is te achten dat spelende kinderen niet de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid in acht nemen. Er is dan ook een aanzienlijke kans dat kinderen ten val komen als bij het ontwerp van het kunstwerk niet rekening is gehouden met de bestemming als speeltoestel maar als kunst (doordat bijvoorbeeld gladde materialen zijn gebruikt). Als vervolgens iemand ten val komt – bijvoorbeeld vanaf de 4 meter hoge buik van het Feestaardvarken – kan er schade worden geleden. Echter, in het kader van de beoordeling of sprake is van gevaarzetting is het ook van belang hoe bezwaarlijk de te nemen veiligheidsmaatregelen zijn. De facto is, bij een kunstwerk zoals de trap, het plaatsen van bijvoorbeeld een trapleuning natuurlijk niet erg bezwaarlijk, maar dan komt wellicht het eigendomsrecht over het kunstwerk (van bijvoorbeeld een gemeente) in strijd met het intellectuele eigendomsrecht van de kunstenaar. Aanpassingen aan het kunstwerk zullen immers de originele identiteit van het kunstwerk wijzigen.
WAS
Naast gevaarzetting kan ook het handelen in strijd met een wettelijke norm een onrechtmatige daad opleveren. Voor speeltoestellen gelden strenge eisen op het gebied van ontwerp, constructie en keuring. Deze zijn vastgelegd in het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS). Dit besluit definieert een speeltoestel als een inrichting bestemd voor vermaak of ontspanning waarbij uitsluitend van zwaartekracht of van fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt. Als van grote kunstwerken op openbare plaatsen kan of moet worden verwacht dat kinderen hierop gaan spelen, zouden deze kunstwerken misschien wel als openbare speelplaatsen kunnen worden gezien. Beide genoemde kunstwerken kunnen onder deze norm vallen omdat een trap is bedoeld om op te klimmen (overigens zijn er argumenten aan de rechtspraak te ontlenen dat een uitkijktoren een speeltoestel is). Ook het Feestaardvarken lijkt ervoor te zijn bedoeld dat de kinderen op en om het werk gaan spelen.
Volgens deze redenering is het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen van toepassing en zullen de werken moeten voldoen aan de gestelde eisen en worden onderworpen aan keuringen. Als hieraan niet wordt voldaan, handelt de exploitant (bijvoorbeeld een gemeente) in strijd met een wettelijke norm hetgeen een onrechtmatige daad en dus een grondslag voor aansprakelijkheid kan opleveren.
Aansprakelijkheid voor opstallen
Ook via de weg van de risicoaansprakelijkheid zou aansprakelijkheid kunnen bestaan. Op grond van artikel 6:174 BW kan de bezitter van een gebrekkige opstal aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door het gevaar dat deze gebrekkige opstal oplevert. Het gaat bij het begrip “gebrek” niet zozeer om de gebrekkigheid maar om de onveiligheid van de opstal. Bij een voor het publiek toegankelijk gebouw of werk zal eerder sprake zijn van een gebrekkige toestand dan bij een niet-openbaar gebouw of werk. De bezitter van een openbare speelplaats dient erop bedacht te zijn dat spelende kinderen zich niet strikt beperken tot de toestellen die bij hun leeftijd passen.
De rest van het artikel kunt u lezen via de volgende link:
http://dirkzwagerasv.nl/2013/11/15/het-kunstwerk-als-speeltoestel-wie-is-aansprakelijk/
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Inspelen op de belevingswereld van de jeugd
29 aug 2023Wie moet je via ‘gamification’ verleiden tot buitenspelen?
22 aug 2023Het is echt nodig dat kinderen meer gaan buiten spelen en dat tieners en volwassenen meer gaan bewegen. Met…
Van vierkante ogen naar ronde spierballen
11 aug 2023Duurzame verlichting om langer buiten te spelen
19 jul 2023De zomer is het perfecte seizoen om ook ‘s avonds nog een paar uurtjes buiten te spelen. Doordat het lang licht…
Nieuwe subsidieronde vergroening schoolpleinen in Zuid-Holland
18 jul 2023Om scholen in versteende wijken de mogelijkheid te bieden hun schoolplein te transformeren in een groene oase,…
Speelplekken en bushaltes in Apeldoorn rookvrij
13 jul 2023In Apeldoorn rookt elf procent van de 16- en 17 jarige jongeren. De gemeente breidt in haar streven naar een…
Per 1 juli nieuw Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen
1 jul 2023Per 1 juli vervangt de Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen 2023 (WAS2023) het Warenwetbesluit…
BOERplay introduceert nieuwe speeltoestellenlijn Grensverleggend spelen "Little Explorer"
26 jun 2023BOERplay is enthousiast om de lancering van de nieuwste productlijn aan te kondigen: 'Little Explorer'. Deze…
Reactie toevoegen