Anne Koning: 'De kriebels van schoon, heel en veilig.'
'Schoon, heel en veilig. Ik voel de kriebels komen. En bij de tweede keer ‘Schoon. Heel. Veilig’, moet ik krabben. Het voelt gewoon te kaal om het bij het beheer van de openbare ruimte alleen over schoon, heel en veilig te hebben.
Waarom gaan we niet voor ‘vrolijk, groen en mensvriendelijk’? Juist in een tijd waar er veel wordt bezuinigd op de publieke ruimte, moeten wij als professionals meer ambitie hebben. Ik vind de uitdrukking ‘schoon, heel en veilig’ heel erg zwart-wit geformuleerd. Het is schoon of vies; veilig of onveilig. Maar zo simpel is het niet; het leven is zelden zo digitaal. Je zou het oordeel over de buitenruimte niet op deze manier moeten versimpelen.
Neem een tunnel, muur of schutting met graffiti. Ik denk zelf even aan de Irenetunnel (zie foto), midden in het spoortunnelgebied van Delft. Dat is voor de één een uiting van jongerenkunst en voor de ander aanstootgevend en vies. Is de tunnel ‘schoon’ te noemen? Misschien wel in de Vlaamse betekenis van het woord ‘schoon’, namelijk 'mooi' ;-)
Of neem het spelen met natuur. Steeds meer steden krijgen, gelukkig, natuurspeelplekken. En dan bedoel ik niet houten speeltoestellen, maar plekken waar je in de bomen mag klimmen. Plekken waar je kan spelen met los materiaal. Juist het leren omgaan met risico's leert kinderen over veiligheid. En is dus uiteindelijk veiliger.
Nee, ik pleit niet voor ruimtes waar je kinderen enorme risico’s lopen op dodelijke ongelukken. Maar wel voor een openbare ruimte waar een beetje onveiligheid juist mag en moet. En dan is leren fietsen tussen autoverkeer niet genoeg. Oké, brandnetels bij een waterspeeltuin gaan mij ook wat ver. Maar verder: klimbomen of brandnetels geven misschien wat risico, maar ze zijn daarmee niet gelijk allemaal 'onveilig'.
Als laatste het streven naar ‘Heel’ voor de publieke ruimte. Op het eerste gezicht heb ik met dit begrip de minste moeite. Wie wil er nou kapot straatmeubilair, kapotte tegels, losliggende rommel etc? Toch mogen we niet vergeten hoe leuk het is om wat ‘rommelruimte’ te hebben. Denk aan een erf van een boerderij met wat oude banden, stro en planken. Of denk aan plassen om in te stampen, losse bakstenen ‘om te leren metselen’ of natuurlijk de bouwspeelplaats. Volgens mij moeten we meer van dat soort plekken regelen.
Daarom kriebelt het bij mij als ik denk aan ‘schoon, heel en veilig’. In een volgende blog kom ik graag terug op een alternatief. Heb je tips voor een alternatief of wil je reageren? – Graag. Anne@stad20.nl'
Anne Koning
“Kindvriendelijke steden zijn mensvriendelijk”
Reactie toevoegen