Speelruimte als speelbal
tekst: Marian Schouten
Net als destijds bij de Vinexwijken gaat de discussie – naast stikstof – opnieuw vooral over woningen. En veel minder over de openbare ruimte en de manier waarop we met elkaar willen samenleven. Stedenbouwkundige Dirk Vermeulen van Bureau Speelruimte volgde de ontwikkeling van Vinex vanaf het begin en zag daar hetzelfde gebeuren. “Ook toen kwam het in de praktijk neer op bouwen-bouwen-bouwen. Met als uitkomst dat de openbare ruimte – en daarmee de speelruimte voor kinderen – er vaak bij is ingeschoten.” Stedenbouwer Arjan Vreugdenhil van OBB Spelmakers + Ruimtedenkers: “Bij veel Vinexlocaties zijn weilanden vol huizen gezet en is meer gelet op goede ontsluiting voor autoverkeer dan op voorzieningen als scholen, wijkcentra en goede speelplekken. Er is geen leven op straat. Dat is echt kwalijk.”
Niets te beleven
In veel Vinexwijken ziet Vreugdenhil regelrechte speelarmoede: “Veel geïsoleerde, identieke speelplekjes waar niets te beleven is. Geen enkele prikkel om de wijk te gaan verkennen. We ontnemen kinderen hiermee het recht en de kans om te leren ontdekken en zich zelfstandig door het stedelijk weefsel te bewegen.” Wat Vermeulen in veel van deze wijken ziet is dat het groen is weggestopt langs wegen en taluds. “Op de plekken dus waar je echt geen woningen kunt bouwen. Gemeenten zetten er een paar speeltoestellen neer en dat zijn dan de speelplekken. Dit komt mede doordat de woningproductie en een sluitende grondexploitatie voorop staan. Elke kavel die niet voor woningbouw bestemd wordt, is dan een verliespost. Zo krijg je een verzameling woningen, waarbij de sociale component van ondergeschikt belang is.”
Geboortegolf
Speelplekken die er zijn, worden vaak alsnog volgebouwd. Vermeulen: “Je ziet keer op keer dat men wordt verrast door de – voorspelbare – geboortegolf in een nieuwe wijk. Zoals in Leidsche Rijn, waar de schoolpleinen de centrale speelplekken in de wijk zouden worden. Maar de scholen bleken te klein voor de aantallen kinderen in de jonge wijk. De noodlokalen kwamen op het schoolplein. En toen die na verloop van tijd overbodig waren, bleven ze staan en kregen een nieuwe bestemming. Wat resteerde van het plein werd op verzoek van de scholen na schooltijd afgesloten om vandalisme te voorkomen.”
Extra kamer
Nog zo’n voorspelbare verrassing: “In een aanpalende wijk werkte men met een lage parkeernorm”, vertelt Vermeulen. “Want de bewoners van de drive-in-woningen konden parkeren
in de garage en op de oprit. Maar de garage bleek een prima plek voor een extra kamer en de oprit werd bij de voortuin getrokken. En alle auto’s – toch al snel twee per huishouden – staan dus alsnog op straat geparkeerd. Weg bespeelbare straat. In een andere wijk zag een speelruimteontwerper zijn mooie buurtpark verschrompelen tot één boom en een postzegeltje gras, omgeven door geparkeerde auto’s.”
Leefopgave
De constante factor: in de Vinex-wijken was speelruimte het laatste waaraan men aandacht besteedde bij de planning van de wijk en het eerste dat men opofferde toen het ruimtelijk tegenzat. Maar een goede woonwijk is echt meer dan een verzameling huizen. “Laten we het dus gaan hebben over een leefopgave in plaats van over een woningbouwopgave”, is het voorstel van Arjan Vreugenhil. “Bouwen maakt daar onderdeel van uit, maar is niet het enige: het gaat net zo goed om een sociale opgave en een zorgvuldige inrichting van de openbare ruimte. Met een mix van wonen, werken, leven, spelen en sporten. De spelende mens mag een veel sterkere claim op de ruimte gaan leggen.”
Kaders stellen
De gemeente moet hierin de regierol pakken, dat staat voor Vermeulen en Vreugdenhil wel vast. Met een heldere visie op de sociale functie die de openbare ruimte heeft en de groepen die hiervan gebruik maken. Op basis daarvan kan de gemeente kaders stellen, zodat speelruimte niet zomaar ingeruild kan worden voor andere belangen. Vreugdenhil: “Daarvoor heb je een beleidsmedewerker spelen nodig, of ruimer: een beleidsmedewerker beweegvriendelijke omgeving. Iemand die hier echt verstand van heeft en de drager is van dit verhaal.”
In dit verband introduceert OBB de term BOSS: Bewegen, Ontmoeten, Spelen en Sporten. Vreugenhil: “Begin met een robuust BOSS-netwerk. Dat kun je heel goed koppelen aan het groen-blauwe netwerk, waarvoor nu in de planvorming veel aandacht is in verband met het klimaatbestendig maken van wijken. Maar je kunt die netwerken niet een-op-een koppelen. Om BOSS-activiteiten tot hun recht te laten komen, heb je wel een aparte visie nodig op bewegen, ontmoeten, spelen en sporten en op de verschillende doelgroepen in de wijk.”
Trefkans
Voor spelen en ontmoeten heb je grotere plekken nodig, knooppunten en niet alleen smalle stroken groen en blauw. “Zo zorg je ervoor dat kinderen elkaar kunnen vinden”, aldus Vreugdenhil. “Het aantal kinderen per woning daalt nog steeds. De kans dat je spontaan een leeftijdgenoot tegenkomt als je de voordeur uitstapt is nihil. Door grotere speelplekken in te richten, maak je de trefkans groter en daag je kinderen uit om zelfstandig de wijk in te gaan, uit hun eigen bubbel te komen, nieuwe kinderen te ontmoeten.” Dat vraagt dus om aantrekkelijke en veilige routes, waarbij je weer kunt meeliften met het groen-blauwe netwerk. “Dichterbij huis is het fijn als er kleine ontmoetingsplekjes zijn, maar daar hoeft niet per se een speeltoestel te staan. Je kunt die goed combineren met wadi’s.”
Verdringing
Aparte aandacht vraagt Arjan Vreugdenhil voor jongeren: “Het is echt cruciaal dat je vanaf het begin alle leeftijdgroepen meeneemt in je planning. Niet denken ‘een plek voor jongeren, dat komt later wel’. Want dan ben je te laat. Niemand wil ze hebben – en dan krijg je verdringing. Want de jongeren zoeken elkaar natuurlijk toch op en kiezen dan noodgedwongen de speelplekken van de kinderen. De kinderen schuiven dan door naar de plekjes voor de peuters en kleuters. En de allerjongsten kunnen nergens terecht. Iedereen is geïrriteerd en niemand zit waar die wezen wil.” Dit vraagt echt om een stevige overheid die kaders aangeeft. “Als je dit helemaal bij bewoners neerlegt, komen die plekken voor jongeren er niet.”
Gebouwd parkeren
Naast speelplekken blijven ook straten van belang als plek voor ontmoeting en spel. Dat vraagt dus om vastberaden parkeerbeleid en het weghalen van parkeren uit de openbare ruimte. Dirk Vermeulen ziet gebouwd parkeren als een deel van de oplossing, zoals is gebeurd op IJburg: “Daar zijn direct parkeergarages gebouwd onder de woongebouwen. Op straat is een beperkt aantal betaalde parkeerplekken. Zo geef je straten weer hun verblijfsfunctie terug. Op IJburg werkt dat ook, omdat de bebouwingsdichtheid hoog is en er dus genoeg mensen zijn om voor gezellige reuring op straat te zorgen.”
Inbreiding
Wat nieuw is, is dat er de komende jaren veel inbreidingslocaties komen. “Dat wordt wel spannend”, voorziet Vreugdenhil. “Want je offert open ruimte op. Om het goed te doen moet je de hele omringende wijk meenemen in je plannen, zodat je de nieuwbouwpuzzelstukjes goed kunt inpassen. Als gemeente moet je wezenlijke plekken aanwijzen voor ontmoeting, beweging, spel en sport. En die dan ook overeind houden. Daarnaast kun je nevenplekken kiezen waarmee je flexibeler kunt omgaan en waarvan je de inrichting kunt aanpassen aan de veranderende behoeften. Daarin kunnen de bewoners goed participeren. Spelen en bewegen kunnen zo een manier zijn om oude en nieuwe bewoners met elkaar in contact te brengen en met elkaar te verzoenen.”
Dit artikel is verschenen in BuitenSpelen 1 2023, thema Ruimte voor Spelen. Lees dit nummer gratis in onze digitale bibliotheek.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Hey Gemeenteraad! Staan jullie voor alle buitenspelers paraat?
22 apr 2022Kinderen en jongeren hebben een…
Wat bepaalt het succes van een speelplek?
2 mrt 2022Assen zet in op speelvriendelijke openbare ruimte
23 feb 2022Samenwerking met gelijkgestemde partners is een win-win
9 feb 2022Door intensief samen te werken met partners die er vergelijkbare kernwaardes op nahouden, draagt Schmitz Foam…
In het groen spelen en leren op speelplein in Vlaardingen
25 jan 2022Het leerlingenbestand van IKC ’t Palet in Vlaardingen en hun schoolgebouw groeiden uit hun jasje. Het…
De inclusieve boomhut van Kyrië
10 jan 2022Wat is er nu leuker dan samen spelen? Samen buiten spelen is belangrijk en vooral erg leuk voor alle kinderen,…
Kidspanel: Een speelplek in de buurt
17 dec 2021In de openbare ruimte is veel aandacht voor ‘natuurlijk spelen’, in een grote verscheidenheid van inhoud en…
Onwetendheid, angst en gemak regeren nog altijd in inspectieland
13 dec 2021Het inspecteren van speeltoestellen in de openbare ruimte is en blijft nodig. Speeltoestellen zijn nog steeds…
Reactie toevoegen