Klassieke speeltuinverenigingen, bestaan die nog?
Plekken die een belangrijke bijdragen leveren aan de sociale omgeving van de buurt. Een van deze speeltuinverenigingen is het Zuiderkwartier. Verscholen achter woningen vind je er een oase aan spelplezier. Vroeger had iedere stad, ieder dorp, misschien wel iedere wijk of buurt zijn eigen speeltuinvereniging. Een plek gerund en beheerd door vrijwilligers uit de wijk, die alle kinderen en alle gezinnen kent. Hoeveel van deze beheerders werden vroeger door de kinderen niet aangesproken met ‘opa Henk’ of ‘tante Truus’? Intussen is de maatschappij veranderd. Tijd kost geld tegenwoordig, vrije tijd is schaars en vrijwilligerswerk doe je pas met je pensioen.
Maar gelukkig heeft de moderne tijdsgeest nog niet overal toegeslagen en bestaan er nog klassieke verenigingen zoals het Zuiderkwartier. Geleid door Ineke Mieremet en haar man Lucas. Een stel dat zich al jaren dagelijks inzet voor deze speeltuin. Hun passie en onvoorwaardelijke inzet werd onlangs door Jantje Beton beloond met een geweldige prijs namens de Vriendenloterij.
Verborgen wereld
Bij aankomst dwaal ik door de straten opzoek naar de speeltuinvereniging. Op de plek waar mijn navigatie zegt dat ik mijn bestemming hebt bereikt, zie ik niets meer dan een gewone woonstraat met aan beide zijde rijtjeswoningen. Via Google Maps zie ik dat achter de huizen een ‘verborgen wereld’ schuilgaat. Althans, voor diegene die de speeltuin niet kent. Deze is immers voor de kinderen uit de buurt een bekende plek om te spelen. Een plek waar de volwassenen naartoe komen om vooral met elkaar bij te kletsen.
Alle kinderen weten deze speeltuin zelf te vinden, ze komen uit de buurt en de jongste kinderen gaan hier samen met (groot)ouders heen. Maar ook de buitenschoolse opvang van Teddy Kids is bijna dagelijks in de speeltuin te vinden. Het verscholen karakter is voor de doelgroep helemaal geen probleem. Sterker nog, het wordt gewaardeerd als besloten speelplek, ver weg van langskomend verkeer, als oase van spelplezier.
Uitdaging en afwisseling
Op nog een reden kun je Zuiderkwartier een klassieke speeltuin noemen. In de basis draait het in de speeltuin om speeltoestellen. Aan één zijde van het centrale terras is een speciale plek voor peuters en kleuters, aan de andere zijde kunnen de oudere kinderen naar hartenlust spelen op kleine en grote speeltoestellen. Als ontwerper valt op dat toestellen van verschillende leveranciers zijn, verschillende leeftijden, verschillende materialen en verschillende ondergronden. De ontwikkeling van speelruimte als ‘landschap’ met prikkels en aanleidingen heeft hier nog geen intrede gedaan. En ‘groene speelruimte’, daar heeft Ineke een uitgesproken mening over. En terecht. Dat zijn nou juist zaken waar het primair niet om gaat in een speelruimte als deze. Het gaat om de uitdaging en afwisseling die de speeltuin de kinderen te bieden heeft. En die is volop aanwezig!
Bijna dagelijks
De kinderen kennen de speeltuin bijna blind. Sommige komen er bijna dagelijks, andere een paar keer per week. En de enkeling die er niet zo vaak komt is een vriendinnetje dat zelf niet in de buurt woont. Wil je de speeltuin voor de kinderen toch interessant houden dan blijken de grote speelcombinaties de grootste favoriet te zijn van de kinderen. Toch is het een andere plek die vrijwel continu bezet is: het pannaveldje. In wisselende samenstellingen zijn er altijd wel drie of meer jongens die er met een bal aan het spelen zijn. Niet altijd voetbal in de zin van een partijtje met als doel om te scoren, maar geregeld als plek waar ze gezamenlijk met een bal kunnen en mogen spelen.
Door de speeltuin heen
Toch zie je kinderen ook vaak spelen op de grote speelcombinaties. De meesten in kleine setjes van twee à drie kinderen bij elkaar. De helft van deze groepjes speelt zelfstandig, de andere helft wordt begeleid door ouder, grootouder of pedagogisch medewerker. Bijna allemaal zie je door de speeltuin heen trekken. Even hier spelen en dan daar, om vervolgens hard naar de andere kant van de speeltuin te rennen om daar weer met elkaar verder te spelen.
Persoonlijk geniet ik het meest van de kinderen die zelfstandig spelen. De toestellen zijn veelal slechts een middel dat hen faciliteert in hun spel. Hun spel is groter, hun fantasie is groter. Maar wat ze nou precies spelen, dat weten ze niet. Aan hun geschreeuw te horen zit de schrik er af en toe goed in, maar daar maakt niemand zich hier druk om. Het zijn kinderen die nog ongeremd schreeuwen. Die durven te schreeuwen en hier in de speeltuin mag dat ook.
Klassiek kindergedrag
Vandaag zien we ook een klassiek voorbeeld van kindergedrag voorbijkomen. Bij het terras staat een houten speelhuis in de vorm van een stoomtrein en een wagon. Deze middag geregeld in gebruik bij jong en oud. Waar meiden zich heerlijk in de trein vermaken met hun rollenspel waarbij de ‘machinist’ van de trein opeens achterin de wagon kan zitten en toch de trein kan bedienen. Voor jongens biedt het speeltoestel de uitdaging om boven op de locomotief te klimmen.
De volgende uitdaging is om vandaaruit op het dak van de wagon te klimmen. Een stuk lastiger, maar daardoor zijn ze ook een stuk luidruchtiger als het gelukt is. Waardoor vervolgens een van de ouders ‘wakker wordt’ en ze eraf stuurt. Ik weet ik deze jongens niet het goede voorbeeld gaven aan de peuters en de kleuters, maar o, wat genoot ik van hun spel en hun enthousiasme. Even dacht ik: ‘Als ze niet zo hard hadden geschreeuwd, waar hadden zij dan hun volgende uitdaging gevonden?’. Ik kan het u helaas niet vertellen. Het bewijs dat ‘wij volwassenen’ vaak de beperkende factor zijn in de uitdaging die kinderen zoeken.
Cultuur en historie
Veranderingen in onze blik op speelruimte en ontwikkeling in visie op spelen zijn belangrijk. Maar het is tegelijk ook belangrijk om waarde te hechten aan cultuur en historie. Laten we ons ook hard maken om klassieke speeltuinverenigingen zoals het Zuiderkwartier in Leiden te omarmen en te koesteren.
Tips van Eelco
In de tips kan ik het hebben over meer eenheid in toestellen en materialen, maar dan verlies ik mezelf in het volwassen denken. Dan is het de ontwerper in mij die spreekt in plaats van het kind in ons. In die zin wil ik de tip omdraaien: laten we door de ogen van een kind blijven kijken.
Om toch ook een concrete tip te geven, gaat het om een aanvulling op alle toestellen die aanwezig zijn. Deze hebben een goede mix aan speelwaardes en inclusief spel is hier goed vertegenwoordigd. Maar wat in de speeltuin ontbreekt zijn plekjes en hoekjes waar kinderen zich kunnen verstoppen. Hoeft niet groot en hoog te zijn, een kind verstopt zich al achter een paar planken of een haagje. Niet alleen voor het spel verstoppertje, maar ook zodat kinderen zich even kunnen verstoppen voor de ander in hun fantasie en rollenspel.
Dit artikel is verschenen in BuitenSpelen 02/2019. Lees meer van BuitenSpelen in onze bibliotheek.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Jantje Beton slaat alarm
3 apr om 13:08 uurJantje Beton is op 3 april jl. de campagne Het Buitenspeelalarm gestart. Ze wil hiermee een krachtig signaal…
Buitenspelen met 'oude troep' pedagogisch verantwoord
26 mrt om 09:06 uurEen rommelspeeltuin: een speeltuin waar niet alleen speeltoestellen staan, maar ook 'oude troep' zoals tonnen…
Toolbox helpt gemeenten bij monitoren en evaluatie buitenspeelbeleid
16 feb om 12:34 uurOm inzicht te krijgen in de voortgang van beleidsdoelstellingen is monitoring en evaluatie van dat beleid van…
Reactie toevoegen