Dit past bij elk kind
Aan het woord is Martin Hup, bedenker, oprichter en directeur van natuurspeeltuin Het Woeste Westen in Amsterdam West. Een oer-Hollands terrein van drie hectare met sloten, rietkragen, knotwilgen, weilandjes en een enkel speeltoestel. “Het begon voor mij vijftien jaar geleden met een bezoek aan natuurspeeltuin De Speeldernis in Rotterdam. Fantastisch vond ik het daar. Ik herinner me dat ik in de modder twee laarsjes zag staan. Dat beeld ontroerde me. Ik begreep: dat kind is nu ergens op blote voeten en zonder toezicht aan het spelen. Later las ik over iemand die een natuurspeeltuin had opgezet. “Dat kun je dus gewoon doen, bedacht ik. In diezelfde periode vond ik deze plek. Bedoeld als speelterrein, maar het leefde niet. De plek was te eenzaam. Ik heb toen al bedacht dat er bij een natuurspeeltuin een huisje nodig is met mensen die leven in de brouwerij brengen.”
Kleine stapjes
De weg van idee naar realisatie was lang. “De wethouder ontving mijn plan met enthousiasme”, vertelt Hup. “Men was net op zoek naar een nieuwe invulling voor dit terrein. Maar in de ambtelijke ontwikkelfase werd ik van de een naar de ander geschoven en was ik met mijn burgerinitiatief een vreemde eend in de bijt. Elke keer moest ik mijn verhaal opnieuw doen en zorgen dat het mijn project bleef. Ik heb meermaals overwogen om te stoppen vanwege al het gedoe.”
In 2010 ging Het Woeste Westen open. Het was meteen een succes. Hup: “Ouders belden elkaar: ik heb nu zo’n leuke plek gevonden. Langzaam is de organisatie gegroeid, in kleine stapjes, zonder groot plan. Ik reageerde op vragen die ik kreeg. Een verjaardagsfeestje pakte goed uit, dus dat deed ik nog eens. Er kwamen stagiaires bij, er kwam natuur- en milieueducatie bij, ik schreef scholen aan. In de loop van de jaren is het een heel aanbod geworden en een heel team. Maar de gezinnen die hiernaartoe komen voor het vrije spel staan bij ons op nummer één.”
Vuurtje
Georganiseerde activiteiten als schoolreisjes en kinderfeestjes zijn manieren om kinderen te trekken die hier anders niet zo snel zouden komen. “Je ziet regelmatig dat kinderen daarna terugkomen met hun ouders.” De activiteiten zijn ook een bron van inkomsten. “Zo kunnen we een duurzame organisatie opbouwen die blijvend is. We hebben van de gemeente subsidie waarmee we vier dagen per week open kunnen zijn. Maar ik vind het belangrijk om 365 dagen per jaar open te zijn. Dat geeft ouders zekerheid: je kunt hier altijd terecht.”
Die continuïteit is volgens Hup een van de succesfactoren van Het Woeste Westen: “Je komt hier en er is iemand die je verwelkomt. Er brandt een vuurtje. Er is goede koffie, iets te eten, je kunt schuilen en er is een WC. Daarmee maak je het aantrekkelijk om langer te blijven en kunnen kinderen dus ook langer doorspelen.” Jaarlijks komen er zo’n 45.000 bezoekers, waarvan driekwart voor vrij spelen.
Bewuste keuze
Martin Hup ziet het als zijn taak om de gelegenheid te bieden om vrij te spelen. “Maar het zijn de ouders die hun kinderen hierheen moeten krijgen. Dat kan wel een strijd zijn met de digitale media. Het vraagt van ouders dus een bewuste keuze: ik wil dat mijn kind dit meemaakt, dit ervaart. Ze kunnen het makkelijker maken voor hun kind door een vriendje of vriendinnetje mee te nemen.”
Het Woeste Westen is openbaar toegankelijk. De gemeente is eigenaar en de ouders zijn gewoon verantwoordelijk voor hun kind. “Wat ons betreft kunnen kinderen vanaf zeven jaar die een zwemdiploma hebben hier vrij en zelfstandig spelen. We moedigen ouders ook aan om hun kind die ruimte te geven. Natuurlijk levert dat regelmatig schrammen en builen op. Maar er is tot nu toe nooit echt iets fout gegaan.”
Het zit heel diep
“Het mooie is: dit past echt bij elk kind. De kinderen die hier komen, zijn een afspiegeling van de wijk. Sommige kinderen vinden in het begin alles vies, ze willen nog niet eens op een boomstam gaan zitten. Dan geef je wat uitleg, je geeft ze wat tijd, ze beginnen voorzichtig met de schommel en de klimtoren. Maar uiteindelijk staan ze allemaal in de sloot. Vrij spelen in de natuur appelleert blijkbaar ergens aan. Het past gewoon bij kinderen. Het zit heel diep.”
Van huis uit is Martin Hup bioloog. “Toen ik begon was mijn insteek: kinderen natuur laten ervaren. De afgelopen tien jaar ben ik meer pedagoog geworden: wat doet spelen met kinderen? Dat is ook wat ik mijn stagiaires leer: kijk wat er gebeurt. Let niet alleen op wat de kinderen doen, maar vooral op wat het vrij spelen in de natuur met de kinderen doet. Zo krijgen die stagiaires ervaring met vrij spel en hoop ik dat ze er later ook voorvechters van zullen worden.”
Veerkracht
Het inzicht dat vrij en risicovol spelen van belang is, sijpelt wel door. Met name bij BSO’s ziet Hup dat daar interesse voor is. “Al vinden de begeleiders het moeilijk om de kinderen met rust te laten. Ze willen helpen, samen spelen.” Ook gemeenten weten wel dat er speelruimte moet zijn. “Maar de visie erachter ontbreekt vaak. Ik vind dat gemeenten daar veel meer over moeten nadenken: waarom kies je ervoor om speelplekken aan te bieden? Waarom kies je voor een bepaalde inrichting? Waarom, waarom, waarom? Het is zo belangrijk dat je je bewust bent wat je doet en waarom je het doet. Wat vrij spelen eigenlijk is. Het gaat hier om de ontwikkeling van een kind, de vorming tot wie je bent, het zelfvertrouwen en de veerkracht die je opbouwt door vrij te spelen. Die kun je later in je leven aanboren, bijvoorbeeld bij tegenslag. De waarde daarvan is groot, maar moeilijk meetbaar en kwantificeerbaar. De realiteit is dat de meeste kinderen amper nog de kans krijgen om avonturen aan te gaan, tegenslag te ervaren en dingen zelf op te lossen. We ontnemen kinderen die ervaring, door alles voor ze glad te strijken. Een watjessamenleving krijgen we zo. Niemand die dit zo heeft bedacht, maar het gebeurt wel, het sluipt er in. Daar kwam ook het idee voor het symposium vandaan.”
Speelreservaat
In juni van dit jaar organiseerde Martin Hup het symposium ‘Het laatste kind op straat’. Een dramatische titel, maar Hup ziet het echt gebeuren: “Het kind dat zelfstandig buiten speelt, verdwijnt langzaam uit het straatbeeld. Onderzoek bevestigt dat. Als deze afname in hetzelfde tempo doorgaat en we het tij niet weten te keren, speelt er over twintig jaar geen kind meer op straat. Daarom is nu breed gedragen actie nodig. Plekken zoals Het Woeste Westen, die groot en wild genoeg zijn om kinderen vrij en uit het zicht van volwassenen te laten spelen, zie ik meer als speelreservaat om het vrij spelen in stand te houden. Maar het echte vrije spel zou zich ook op straat af moeten spelen.”
Dit artikel is verschenen in BuitenSpelen 03-2022. Lees meer van BuitenSpelen in onze digitale bibliotheek.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Officiële richtlijnen mediagebruik kleine kinderen steeds vaker overschreden
27 mrt 2023Een op de vier ouders van 0- en 1-jarigen geeft aan dat hun kind minstens 2 uur per dag aan beeldschermen…
Smiley-terrein Enschede gaat op de schop
20 mrt 2023Smiley Stroinkslanden, Stichting Enschedese Speeltuinen en gemeente Enschede slaan de handen ineen! Samen…
1 op de 5 kinderen heeft te weinig tijd voor buitenspelen
8 mrt 2023Maar liefst 21 procent van de Nederlandse kinderen geeft aan te weinig tijd te hebben om buiten te spelen. Dat…
Welke gemeente is dit jaar de meest speelvriendelijke?
7 mrt 2023Nieuwe speeltoestellen in Steenwijkerland
21 feb 2023De gemeente Steenwijkerland gaat in 2023 flink investeren in speeltoestellen in de openbare ruimte. Op veel…
Intensieve samenwerking W&H Sports en Buitensportplan
17 feb 2023W&H Sports en Buitensportplan - een zusterbedrijf van Speelplan - slaan de handen ineen. Ze werken…
Nieuwe tool helpt bij meten impact sport- en beweegprojecten
15 feb 2023Sport- en beweegprojecten kunnen meerwaarde hebben voor de maatschappij. Maar wat draagt jouw project hier…
Reactie toevoegen