Minder maar betere speelplaatsen Delft
Kwalitatieve besteding van budget
Voor ondersteuning van buitenspelen heeft de gemeente jaarlijks circa € 400.000,- beschikbaar, een bedrag dat grotendeels wordt gebruikt voor onderhoud van speeltoestellen. Verouderde toestellen en veranderingen in de doelgroepen maken het huidige budget ontoereikend. Om de kwaliteit en veiligheid van de toestellen te waarborgen, kiest de gemeente ervoor het aantal ingerichte speelplekken te verminderen, en de speelwaarde van de plekken die blijven te vergroten.
Verdeling per kind
Op dit moment zijn enkele Delftse wijken naar verhouding overbedeeld wat betreft het aantal ingerichte speelplekken. Bij de herverdeling wordt gekeken naar een eerlijkere verdeling over de stad. Kinderen tot 12 jaar houden een ingerichte speelplek op maximaal 400 meter van hun huis, kinderen vanaf 12 jaar op maximaal 1000 meter afstand. Ook blijft in elke wijk minimaal één grote, ingerichte speelvoorziening bestaan.
Zonder toestel maar veiliger en groener
Uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat kinderen 85 procent van de tijd die ze buitenspelen geen speeltoestel gebruiken. Op de plekken zonder toestellen kunnen kinderen straks gewoon blijven voetballen, knikkeren, touwtjespringen enzovoort. Ook op andere plekken wil de gemeente de mogelijkheid voor spelen verruimen. Dit kan bijvoorbeeld door het treffen van verkeersmaatregelen en door het beter benutten van bestaande groene ruimten. Bovendien zullen schoolpleinen en sportvelden zo mogelijk worden opengesteld en wordt bekeken of openingstijden van bewaakte speeltuinen verruimd kunnen worden.
Participatie bewoners
Daarnaast worden Delftenaren uitgenodigd zelf met ideeën te komen voor het creëren, aanpassen en beheren van speelruimtes, bijvoorbeeld via zelfbeheer van het groen van een locatie. Na de zomervakantie wil wethouder Raimond de Prez tijdens wijkwandelingen hierover met bewoners van gedachten wisselen.
Reactie toevoegen