Almere onderzoekt kansen burgerparticipatie
Toestellen die uit hofjes verdwijnen, het WAS op de korrel nemen, aansprakelijkheid bij de burger leggen? Het lijkt alsof je als spelend kind vooral niet in Almere moet zijn. Het tegendeel is waar: het is onderdeel van een mogelijk experiment. Een opmaat naar vernieuwend beleid waar andere gemeenten inmiddels met veel interesse naar kijken. Mogelijk iets voor uw verkiezingsprogramma 2014….
Hieronder leest u een sterk ingkorte versie van het originele artikel. Voor het uitgebreide artikel, vraagt u hier het magazine aan.
1. Inrichting van speelruimte en beweegroutes
“In de nog jonge stad Almere is goed nagedacht over planologische zaken. De beweegnorm van VWS voor kinderen luidt: zestig minuten matig intensief bewegen per dag. Volgens een onderzoek van Sanne de Vries van TNO kom je daar niet aan met alleen spelen. Het functioneel bewegen van A naar B is juist van doorslaggevende invloed op het halen van die norm. Dus werken wij aan het verbeteren en aantrekkelijker maken van de fietsroutes. Er is aandacht voor verkeersveiligheid en het spelen langs de fietspaden wordt bevorderd, zodat kinderen eerder geneigd zijn met de fiets te gaan.”
2. Spelen anders spreiden
“Doordat we spelen langs de routes willen bevorderen, gaan we speeltoestellen uit de hofjes in woonwijken weghalen. Door spelen meer te centraliseren krijgt het veel meer een wijkfunctie. We stoppen ook met het plaatsen van toestellen voor kinderen tot drie jaar: die kinderen spelen hier eigenlijk altijd in de eigen achtertuin onder direct toezicht van de verzorgers. Inspectie en onderhoud worden efficiënter door spelen te centraliseren op kansrijke plekken en theoretisch nemen speelduur en -intensiteit toe, door het ruimere aanbod op de kansrijke plek. Ook zijn er op de stad toegesneden richtlijnen voor spreiding ontwikkeld. Allereerst is de meest gebruikte leeftijdsindeling van kinderen aangepast van 0-6 en 6-12 naar 4-8, 9-12 en 12-18. Die indeling sluit beter aan bij de werkelijke behoeftegroepen en bij de catalogi van de toestellenleveranciers. In de analyse van vraag en aanbod trekken we geen actieradiuscirkels meer omdat die, in tegenstelling tot kinderen, barrières als drukke wegen overschrijden. Nu gaan we uit van speelblokken die als het ware aansluiten op het territorium van het spelende kind.”
3. Omgaan met (oudere) jeugd
“Sinds een aantal jaar zijn we in Almere anders naar jeugd gaan kijken. Dat doen we op basis van het OBB-model. De jeugd heeft twee kernbehoeften: ze willen elkaar ontmoeten, én ze willen sporten. Op elke plek waar vijftien jongeren wonen, moet een groetplek, kletsplek of ontmoetingsplek zijn. De groetplekken voorzien in vijftig procent van de behoefte en zijn eigenlijk altijd al wel aanwezig. Ook zijn er vaak al wel ‘kletsplekken’; bankjes, gemetselde muurtjes, een steiger enzovoort. Een bankje bijplaatsen op de kopse kant van een woonblok, net buiten het zicht van bewoners, kan soms al wonderen doen. Het erkennen en faciliteren van de ontmoetingsbehoefte hoeft niet veel te kosten en levert al snel veel op, in meerdere opzichten."
4. Ruimer omgaan met normen
“Met de concentratie op de beweegroutes kunnen we ons voorstellen dat burgers de voorzieningen in hun ‘hofjes’ te karig vinden. Wat de gemeente betreft mogen ze die lacune invullen. Als mensen zelf een gecertificeerd toestel aanschaffen of sponsors vinden die daar een bijdrage aan willen leveren, zien wij dit als aanvulling op onze basisvoorziening. Na aanleg nemen wij als gemeente eigendom, onderhoud en inspectie over en zorgen dat het toestel veilig is en blijft. Maar als het ooit afgeschreven is of niet meer voldoet, gaat het weg en vervangen we het niet. Het komt ook voor dat er een spontaan burgerinitiatief ontstaat en de buurt een ‘bouwmarkttoestel’ aanschaft. Dat voldoet niet aan het WAS. Als de buurt het toch wil, dient zij zich bewust te zijn dat de aansprakelijkheid niet bij de gemeente ligt. Wij zijn geen eigenaar van het toestel en niet als zodanig verantwoordelijk voor veiligheid en onderhoud. Ondanks aansprakelijkheidsvragen overwegen we als gemeente Almere het experiment aan te gaan.
Wat we echt nog moeten uitpluizen is hoe het verzekeringstechnisch zit. We hebben als gemeente al een aansprakelijkheidsverzekering voor vrijwilligers. Misschien valt het daar wel onder. Zijn we als gemeente al verzekerd, moeten we daar iets anders voor verzinnen of is dat niet nodig? Uiteindelijk willen we als gemeente dat initiatiefnemers het logisch vinden dat ook zij risico lopen en verantwoordelijkheid dragen, en niet alles klakkeloos bij de gemeente neer kunnen leggen. ”
U las een sterk ingkorte versie van het originele artikel. Voor het uitgebreide artikel, vraagt u hier het magazine aan.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Welke gemeente is dit jaar de meest speelvriendelijke?
7 mrt 2023SamenSpeelNetwerk-bijeenkomst: recht op spelen voor alle kinderen!
10 feb 2023Is dit rechtvaardig?
1 feb 2023Wie wint de Rotterdamse Kinderrechten Award 2022?
18 nov 2022Op 20 november – aan het einde van de Week tegen Kindermishandeling – wordt de Rotterdamse Kinderrechten Award…
Wat is er nodig voor een toekomstbestendige ruimte waar kinderen graag spelen?
16 nov 2022Circa honderd geïnteresseerden kwamen…
‘Kinderparticipatie wordt in te veel gemeenten onvoldoende serieus genomen’
20 okt 2022De Omgevingswet zit eraan te komen. Invoering van deze integrale wet die de kwaliteit van de leefomgeving borgt…
Actieve schooldag prioriteit bij vakleerkrachten bewegingsonderwijs
17 okt 2022Voor de meeste vakleerkrachten staat de implementatie van een actieve schooldag hoog op de planning. Ze denken…
De stads als speeltuin
14 okt 2022Om ons (mentale) welzijn te behouden in steeds vollere steden schreven Jenny Roe en Layla McCay ‘Restorative…
Reactie toevoegen