Hoe maak je een buurt prettig voor kinderen om te spelen, te sporten en te bewegen? Het blijkt daarbij niet in de eerste plaats te gaan om het maken van specifieke speelplekken maar vooral om voldoende bewegingsvrijheid, waarbij er zo veel mogelijk in de (eigen) straat of buurt te beleven valt. Pas in tweede instantie komen speelplekken en speeltoestellen aan bod.
9 tips voor een bespeelbare buurt
maandag 19 september 2016
4 min
In het pas verschenen ‘Prettige Plekken, Handboek Mens & Openbare ruimte’ worden concrete richtlijnen gegeven voor kindvriendelijkheid op buurtniveau vanuit het oogpunt van de gebruiker, in dit geval het kind. Wat willen kinderen eigenlijk? Dat is grof gezegd vrijheid, verwondering en ontmoeting. Vrijheid om zelfstandig te bewegen, verwondering om zijn of haar omgeving te ontdekken en nieuwe dingen te leren en ontmoeting, vooral met leeftijdsgenootjes.
Tip 1. Begin met de verkeersmaatregelen
De gewenste bewegingsvrijheid van kinderen wordt maar al te vaak beperkt door het aanwezige autoverkeer. Voor een kind heeft een autovrij gebied of straat of eventueel een woonerf de voorkeur. Zelfs 30-km-zones kunnen nog onveilig zijn. Immers: een straat waar 30 km gereden wordt, kun je niet ‘blind’ oversteken zonder het risico op een aanrijding. Zorg in dat geval voor brede trottoirs van minimaal drie meter.
Tip 2. Kijk naar spreiding en grootte van alle openbare ruimte
Zijn er pleintjes, parken en plantsoenen die relatief dicht bij de woning (maximaal 150-200 meter) liggen, goed bereikbaar zijn en voldoende groot om te bespelen? Kijk dan of ze met relatief kleine ingrepen (beter) geschikt kunnen worden gemaakt om te spelen.
Tip 3. Hou verkeersveiligheid en sociale veiligheid in het oog
Voorwaarde voor een goed gelokaliseerde speelplek is dat er geen drukke verkeersweg hoeft te worden overgestoken om er te komen . Wat betreft sociale veiligheid moet er vanuit minstens twee woningen zicht op de plek zijn en bij voorkeur ook vanaf voorzieningen. De loop- of fietsroutes naar de speelplek moet uiteraard veilig zijn; in het zicht, niet langs ‘enge bosjes’ en in de winter verlicht.
Tip 4: Zorg voor zon en schaduw
In het voor- en najaar is het fijn als een speelplek in de zon ligt maar zorg ook voor voldoende schaduw van een of meerdere bomen, want in de zomer kan het snel te heet worden om nog actief bezig te zijn op een sport- of speelplek.
Tip 5. Begin niet met de toestellen maar met de vrije ruimte
Ga een speelplek pas inrichten als er voldoende vrije ruimte is (gerealiseerd), want kinderen willen vrijheid en dus ruimte om te rennen, tikkertje te spelen of zich te verstoppen.
Tip 6. Verhard een groot deel van de beschikbare vrije ruimte
Veel kinderen en vooral meisjes bewegen ‘op wieltjes’: rolschaatsen, fietsjes of steps. Ook voor hinkelen en touwtje springen is verharding nodig. Hoogteverschillen of een kleurrijke (gladde!) ondergrond nodigen uit tot variatie in spelen.
Tip 7. Kies passende en uitdagende speeltoestellen
Plaats de gekozen speeltoestellen altijd zodanig dat er zoveel mogelijk vrije ruimte over blijft. Veel standaard toestellen, zoals speelhuisjes, wipkippen of lage glijbaantjes, zijn voor kinderen vanaf een jaar of acht te kinderachtig. Voor de wat oudere kinderen die graag samen buiten spelen, kunnen er sportveldjes of uitdagende grote schommels en glijbanen komen.
Tip 8. Maak van speelplekken en sportveldjes ontmoetingsruimtes
Combineer, indien er voldoende ruimte is, sport met spel en groen. Zorg daarbij voor veel en comfortabele zitgelegenheid zodat ouders een oogje in het zeil kunnen houden en desgewenst in contact kunnen komen met andere ouders. Voor kinderen zelf zijn bankjes ook fijn als ze willen uitrusten tijdens het spelen of willen kletsen.
Tip 9. Ontwerp vanuit de ooghoogte van kinderen
Juist bij kinderen moet het ontwerpen vanuit de helikopterview worden vermeden. Bedenk wat een kind op de betreffende plek zou willen zien, voelen, ruiken en beleven. Dat kan verrassende inzichten opleveren!
Dit artikel van Kyra Kuitert en Rosemarie Maas verschijnt in de derde editie van BuitenSpelen, die uitkomt op 30 september. Het thema van deze editie is Stadskinderen. Word nu lid en lees BuitenSpelen in onze online bibliotheek.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Toolbox helpt gemeenten bij monitoren en evaluatie buitenspeelbeleid
16 feb om 12:34 uurOm inzicht te krijgen in de voortgang van beleidsdoelstellingen is monitoring en evaluatie van dat beleid van…
Advies NLsportraad: 'Maak dagelijks bewegen vanzelfsprekend'
2 feb om 09:25 uurDe Nederlandse Sportraad adviseert om bewegen integraal op te nemen in het dagelijks leven. Zowel op scholen,…
Lees verder »
Onvoldoende steun Tweede Kamer aan IVN
30 jan om 16:05 uurOndanks de inzet van een groot aantal partijen heeft de Tweede Kamer besloten geen prioriteit te geven aan het…
Lees verder »
Arnhem investeert 500 miljoen euro in schoolgebouwen: 'meer dan een plek om les te krijgen'
10 jan om 15:09 uurArnhem gaat de komende zestien jaar 500 miljoen euro investeren in schoolgebouwen. Dat staat in het Integraal…
Hoe je een echt goed groen schoolplein maakt
13 dec 2023Je wil een groen schoolplein maken. Maar waar begin je? De Groene Schoolpleinen Evaluatie Tool (GSET) helpt je…
Onderzoek: hoe beweegvriendelijk is Nederland?
8 nov 2023Het Mulier Instituut brengt in kaart hoe beweegvriendelijk Nederland is. Dat doen we met de Kernindicator…
Lees verder »
Digizine over groene schoolpleinen gratis te lezen
2 nov 2023Het nieuwe digizine van BuitenSpelen is verschenen en het thema is dit keer (groene) schoolpleinen.
Duurzame verlichting om langer buiten te spelen
19 jul 2023De zomer is het perfecte seizoen om ook ‘s avonds nog een paar uurtjes buiten te spelen. Doordat het lang licht…
Reactie toevoegen