Kindvriendelijke openbare ruimte – waarom en hoe?
De eerste vraag is wat mij betreft het gemakkelijkst te beantwoorden. Wie zich net als de branchevereniging Spelen en Bewegen bezighoudt met kinderen, spelen en bewegen, kan zo tal van redenen opnoemen, waarom buiten bewegen goed is voor kinderen. Bewegen is goed voor een gezond gewicht en voor een goede motoriek. Het is belangrijk voor het leren durven en om te leren risico’s in te schatten en risico’s te nemen. Buiten zijn is goed voor je humeur en voor het behoud van goede ogen. En buiten spelen, samen spelen, is goed voor de sociale ontwikkeling van kinderen.
Het is ook duidelijk, dat kinderen alleen kunnen – en mogen – buitenspelen als de omgeving zich daarvoor leent. In een straat met druk verkeer en smalle stoepen kan geen kind veilig spelen. In straten met brede stoepen, met weinig en langzaam rijdend verkeer kan dat wel. Straten waar niets te vinden is om op of mee te spelen nodigen niet uit. Straten met speelplekken, speelaanleidingen, speeltoestellen en/of natuurlijke speelmogelijkheden wél. En verder kan een speelplek nog zo mooi zijn, als-ie aan de overkant van een gevaarlijke weg ligt, zonder goede oversteekmogelijkheid, dan komen kinderen er niet…
Dat laatste is het begin van het antwoord op de tweede vraag: hoe ziet een kindvriendelijke openbare ruimte eruit? Als je het over een concrete plek hebt, is het is antwoord wat minder eenvoudig. Het hangt natuurlijk af van de plek waar het om gaat. Welke mogelijkheden en beperkingen heeft die plek? En ook dan is er gewoonlijk meer dan één goed antwoord op de vraag hoe een kindvriendelijke openbare ruimte eruit ziet. Het gaat om het proces met de betrokkenen. Niet voor niets is dat het vak van ontwerpers van speelplekken en van stedenbouwkundig ontwerpers.
Wel kun je er in het algemeen iets over zeggen: een kindvriendelijke openbare ruimte is verkeersveilig en sociaal veilig, met genoeg mogelijkheden voor kinderen om te spelen op de stoepen en om veilig op de fiets of te voet van huis naar school en naar speelplekken, vriendjes of buitenschoolse activiteiten te gaan. Met voor de kleintjes speelplekken in de buurt van huis, of op plekken waar het fijn is te zitten als je als ouders of grootouders een oogje in het zeil wilt houden.
Naar de invulling daarvan, daar wordt – gelukkig – nog onderzoek gedaan. Bijvoorbeeld door de Wetenschapswinkel van Wageningen Universiteit&Research. Op verzoek van onze branchevereniging heeft de Wetenschapswinkel onderzoek gedaan naar ‘Kindroutes’: routes die kinderen uitnodigen tot spelen, lopen en fietsen. Dit onderzoek werkt aan aanbevelingen voor gemeenten die zulke openbare ruimte willen realiseren. Een belangrijke tip: benadruk dat niet alleen kinderen er baat bij hebben. Want een goede inrichting voor voetgangers en fietsers maakt de openbare ruimte beter en mooier. Voor jong én oud!
Reageren?
Dit artikel verscheen eerder in het tijdschrift BuitenSpelen #4, december 2018, als column van Anne Koning. Anne Koning is voorzitter van de Branchevereniging Spelen en Bewegen. Daarnaast zet ze zich vanuit diverse functies in voor spelen en bewegen. Bijvoorbeeld als adviseur bij Stad 2.0 en als PvdA-lid van de Provinciale Staten Zuid-Holland. Ze is stedelijk gebiedsontwikkelaar en droeg eerder als raadslid en wethouder van Delft bij aan een kindvriendelijke stad.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Toolbox helpt gemeenten bij monitoren en evaluatie buitenspeelbeleid
16 feb om 12:34 uurOm inzicht te krijgen in de voortgang van beleidsdoelstellingen is monitoring en evaluatie van dat beleid van…
Reactie toevoegen