Vallen mag - nee, moet zelfs - en het mag best vaker!
Dat klinkt misschien gek, maar het zit zo: vallen hoort erbij, als je buiten speelt. En uit onderzoek blijkt, dat kinderen helemaal niet zo vaak letsel oplopen tijdens het spelen. Gemiddeld is er één medisch te behandelen ongelukje op 3700 à 6600 buitenspeeluren. Stel dat alle 2 miljoen kinderen in Nederland tussen 0 en 12 jaar elke dag 2 uur zouden buitenspelen. Dan kom ik uit op meer dan 200.000 ongelukjes door buitenspelen. Cijfers daarover heb ik niet, maar ik durf te wedden dat we dat aantal in 2022 niet bereiken. En dat is eigenlijk best jammer!
Jammer?! Ja, omdat dit betekent dat we zoveel buitenspeeluren niet halen! Dat komt voor een deel door trends die moeilijk te keren zijn. Ouders die het druk hebben, bezorgd en voorzichtig zijn, en hun kinderen niet alléén laten buitenspelen. Kinderen die het druk hebben. En steeds minder ongeorganiseerde, ongebruikte ruimte waar kinderen ongezien en ongestoord kunnen spelen.
Ook jammer is, dat we als maatschappij de kinderen niet meer willen laten vallen. Letterlijk. Terwijl we kinderen juist wél die ervaring moeten geven en ze juist moeten helpen met opstaan daarna. Dat is een leerproces, dat leidt tot ontwikkeling, weerbaarheid en zelfvertrouwen (wanneer een uitdaging wel lukt). Alles helemaal veilig (lees: het ontbreken van uitdaging) is daarom niet de oplossing. En zonder uitdaging is buiten spelen ook saai. Met als alternatief: binnen zitten met een beeldscherm. En met funeste gevolgen, zoals obesitas en snel verslechtend gezichtsvermogen. Buitenspelen voorkomt gezondheidsproblemen, die erger zijn dan kleine ongelukjes!
Dat is goed om in gedachten te houden, als we bezig zijn met de veiligheid van speelvoorzieningen. Een actueel thema, want de overheid is - in samenspraak met de branche - bezig de veiligheidsregels te herzien. Die zijn gericht op het voorkomen van ernstige ongevallen, met dodelijke afloop of blijvend letsel. Daar doet iedereen in de branche spelen en bewegen zijn best voor, want die wil niemand.
Wat we wel willen, is aantrekkelijke speelruimte inrichten, die kinderen uitnodigt en uitdaagt. Het buiten spelen beperkt zich steeds meer tot die ingerichte speelplekken: schoolpleinen en speeltuintjes of speelplekken in de wijk. Daar moet spanning in zitten voor kinderen. Anders is het niet leuk. Net als bij een computerspel moet je wel uitdaging hebben in het buiten spelen. Ook met buiten spelen is het leuk als je merkt dat je beter wordt, meer durft, verder komt. Daarom is het goed te bedenken, dat kleine ongelukken wél mogen. Natuurlijk is het niet de bedoeling van spelen dat kinderen zich bezeren. Maar het hoort er wél bij. Bij spelen en bij opgroeien. Want een gebroken pols doet pijn en is lastig, maar herstelt wel. En een kind dat valt en zich bezeert tijdens het spelen, heeft in elk geval mógen spelen! En waarschijnlijk iets geprobeerd, wat niet volgens plan ging. Maar wat dit kind wel mooi heeft gedurfd en gedaan! Zo bekeken is mijn stelregel: vallen mag, vallen moet zelfs – en mag best vaker! Want hoe meer kinderen buiten spelen, hoe beter!
Reactie toevoegen