Speelruimte als speelbal

maandag 1 mei 2023
In het zicht van de nieuwe woningbouwopgave houden de pleitbezorgers van buiten spelen een hartstochtelijk pleidooi voor een kwalitatief goede openbare ruimte. "Laten we leren van Vinex. Bouwen is niet alleen een fysieke, maar ook een sociale opgave."

tekst: Marian Schouten

Net als destijds bij de Vinexwijken gaat de discussie – naast stikstof – opnieuw vooral over woningen. En veel minder over de openbare ruimte en de manier waarop we met elkaar willen samenleven. Stedenbouwkundige Dirk Vermeulen van Bureau Speelruimte volgde de ontwikkeling van Vinex vanaf het begin en zag daar hetzelfde gebeuren. “Ook toen kwam het in de praktijk neer op bouwen-bouwen-bouwen. Met als uitkomst dat de openbare ruimte – en daarmee de speelruimte voor kinderen – er vaak bij is ingeschoten.” Stedenbouwer Arjan Vreugdenhil van OBB Spelmakers + Ruimtedenkers: “Bij veel Vinexlocaties zijn weilanden vol huizen gezet en is meer gelet op goede ontsluiting voor autoverkeer dan op voorzieningen als scholen, wijkcentra en goede speelplekken. Er is geen leven op straat. Dat is echt kwalijk.”

Niets te beleven

In veel Vinexwijken ziet Vreugdenhil regelrechte speelarmoede: “Veel geïsoleerde, identieke speelplekjes waar niets te beleven is. Geen enkele prikkel om de wijk te gaan verkennen. We ontnemen kinderen hiermee het recht en de kans om te leren ontdekken en zich zelfstandig door het stedelijk weefsel te bewegen.” Wat Vermeulen in veel van deze wijken ziet is dat het groen is weggestopt langs wegen en taluds. “Op de plekken dus waar je echt geen woningen kunt bouwen. Gemeenten zetten er een paar speeltoestellen neer en dat zijn dan de speelplekken. Dit komt mede doordat de woningproductie en een sluitende grondexploitatie voorop staan. Elke kavel die niet voor woningbouw bestemd wordt, is dan een verliespost. Zo krijg je een verzameling woningen, waarbij de sociale component van ondergeschikt belang is.”

Geboortegolf

Speelplekken die er zijn, worden vaak alsnog volgebouwd. Vermeulen: “Je ziet keer op keer dat men wordt verrast door de – voorspelbare – geboortegolf in een nieuwe wijk. Zoals in Leidsche Rijn, waar de schoolpleinen de centrale speelplekken in de wijk zouden worden. Maar de scholen bleken te klein voor de aantallen kinderen in de jonge wijk. De noodlokalen kwamen op het schoolplein. En toen die na verloop van tijd overbodig waren, bleven ze staan en kregen een nieuwe bestemming. Wat resteerde van het plein werd op verzoek van de scholen na schooltijd afgesloten om vandalisme te voorkomen.”

Extra kamer

Nog zo’n voorspelbare verrassing: “In een aanpalende wijk werkte men met een lage parkeernorm”, vertelt Vermeulen. “Want de bewoners van de drive-in-woningen konden parkeren

in de garage en op de oprit. Maar de garage bleek een prima plek voor een extra kamer en de oprit werd bij de voortuin getrokken. En alle auto’s – toch al snel twee per huishouden – staan dus alsnog op straat geparkeerd. Weg bespeelbare straat. In een andere wijk zag een speelruimteontwerper zijn mooie buurtpark verschrompelen tot één boom en een postzegeltje gras, omgeven door geparkeerde auto’s.”

Leefopgave

De constante factor: in de Vinex-wijken was speelruimte het laatste waaraan men aandacht besteedde bij de planning van de wijk en het eerste dat men opofferde toen het ruimtelijk tegenzat. Maar een goede woonwijk is echt meer dan een verzameling huizen. “Laten we het dus gaan hebben over een leefopgave in plaats van over een woningbouwopgave”, is het voorstel van Arjan Vreugenhil. “Bouwen maakt daar onderdeel van uit, maar is niet het enige: het gaat net zo goed om een sociale opgave en een zorgvuldige inrichting van de openbare ruimte. Met een mix van wonen, werken, leven, spelen en sporten. De spelende mens mag een veel sterkere claim op de ruimte gaan leggen.”

Kaders stellen

De gemeente moet hierin de regierol pakken, dat staat voor Vermeulen en Vreugdenhil wel vast. Met een heldere visie op de sociale functie die de openbare ruimte heeft en de groepen die hiervan gebruik maken. Op basis daarvan kan de gemeente kaders stellen, zodat speelruimte niet zomaar ingeruild kan worden voor andere belangen. Vreugdenhil: “Daarvoor heb je een beleidsmedewerker spelen nodig, of ruimer: een beleidsmedewerker beweegvriendelijke omgeving. Iemand die hier echt verstand van heeft en de drager is van dit verhaal.”

In dit verband introduceert OBB de term BOSS: Bewegen, Ontmoeten, Spelen en Sporten. Vreugenhil: “Begin met een robuust BOSS-netwerk. Dat kun je heel goed koppelen aan het groen-blauwe netwerk, waarvoor nu in de planvorming veel aandacht is in verband met het klimaatbestendig maken van wijken. Maar je kunt die netwerken niet een-op-een koppelen. Om BOSS-activiteiten tot hun recht te laten komen, heb je wel een aparte visie nodig op bewegen, ontmoeten, spelen en sporten en op de verschillende doelgroepen in de wijk.”

Trefkans

Voor spelen en ontmoeten heb je grotere plekken nodig, knooppunten en niet alleen smalle stroken groen en blauw. “Zo zorg je ervoor dat kinderen elkaar kunnen vinden”, aldus Vreugdenhil. “Het aantal kinderen per woning daalt nog steeds. De kans dat je spontaan een leeftijdgenoot tegenkomt als je de voordeur uitstapt is nihil. Door grotere speelplekken in te richten, maak je de trefkans groter en daag je kinderen uit om zelfstandig de wijk in te gaan, uit hun eigen bubbel te komen, nieuwe kinderen te ontmoeten.” Dat vraagt dus om aantrekkelijke en veilige routes, waarbij je weer kunt meeliften met het groen-blauwe netwerk. “Dichterbij huis is het fijn als er kleine ontmoetingsplekjes zijn, maar daar hoeft niet per se een speeltoestel te staan. Je kunt die goed combineren met wadi’s.”

Verdringing

Aparte aandacht vraagt Arjan Vreugdenhil voor jongeren: “Het is echt cruciaal dat je vanaf het begin alle leeftijdgroepen meeneemt in je planning. Niet denken ‘een plek voor jongeren, dat komt later wel’. Want dan ben je te laat. Niemand wil ze hebben – en dan krijg je verdringing. Want de jongeren zoeken elkaar natuurlijk toch op en kiezen dan noodgedwongen de speelplekken van de kinderen. De kinderen schuiven dan door naar de plekjes voor de peuters en kleuters. En de allerjongsten kunnen nergens terecht. Iedereen is geïrriteerd en niemand zit waar die wezen wil.” Dit vraagt echt om een stevige overheid die kaders aangeeft. “Als je dit helemaal bij bewoners neerlegt, komen die plekken voor jongeren er niet.”

Gebouwd parkeren

Naast speelplekken blijven ook straten van belang als plek voor ontmoeting en spel. Dat vraagt dus om vastberaden parkeerbeleid en het weghalen van parkeren uit de openbare ruimte. Dirk Vermeulen ziet gebouwd parkeren als een deel van de oplossing, zoals is gebeurd op IJburg: “Daar zijn direct parkeergarages gebouwd onder de woongebouwen. Op straat is een beperkt aantal betaalde parkeerplekken. Zo geef je straten weer hun verblijfsfunctie terug. Op IJburg werkt dat ook, omdat de bebouwingsdichtheid hoog is en er dus genoeg mensen zijn om voor gezellige reuring op straat te zorgen.”

Inbreiding

Wat nieuw is, is dat er de komende jaren veel inbreidingslocaties komen. “Dat wordt wel spannend”, voorziet Vreugdenhil. “Want je offert open ruimte op. Om het goed te doen moet je de hele omringende wijk meenemen in je plannen, zodat je de nieuwbouwpuzzelstukjes goed kunt inpassen. Als gemeente moet je wezenlijke plekken aanwijzen voor ontmoeting, beweging, spel en sport. En die dan ook overeind houden. Daarnaast kun je nevenplekken kiezen waarmee je flexibeler kunt omgaan en waarvan je de inrichting kunt aanpassen aan de veranderende behoeften. Daarin kunnen de bewoners goed participeren. Spelen en bewegen kunnen zo een manier zijn om oude en nieuwe bewoners met elkaar in contact te brengen en met elkaar te verzoenen.”

Dit artikel is verschenen in BuitenSpelen 1 2023, thema Ruimte voor Spelen. Lees dit nummer gratis in onze digitale bibliotheek

Reactie toevoegen

Beperkte HTML

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Lazy-loading is enabled for both <img> and <iframe> tags. If you want certain elements skip lazy-loading, add no-b-lazy class name.
ruimte als speelbal

Meer artikelen met dit thema

descriptionArtikel

“Er is nog onvoldoende aandacht voor het belang van een beweegvriendelijke buitenruimte”

12 jun 2023
Het Rijk streeft ernaar dat driekwart van de Nederlandse bevolking in 2040 aan de beweegrichtlijnen voldoet. In…
Lees verder »
rerer
descriptionArtikel

Jantje Beton schrijft 'brandbrief' aan Nederlandse burgemeesters

2 jun 2023
Op dinsdag 30 mei hebben alle burgemeesters een brandbrief ontvangen van Jantje Beton. Buitenspelen staat in heel…
Lees verder »
rerer
descriptionArtikel

Gouda is meest speelvriendelijke gemeente van Nederland

23 mei 2023
Tijdens een feestelijke uitreiking is op het stadhuis van Leiden op 22 mei de Jantje Beton Prijs voor meest…
Lees verder »
erer
descriptionArtikel

Mentale speelruimte is net zo belangrijk als fysieke speelruimte

15 mei 2023

Eén op de vijf kinderen van 6 t/m 12…

Lees verder »
foto van marco te brommelstroet
descriptionArtikel

De rechtvaardige straat

9 mei 2023
Een veel te klein schoolplein, waar kinderen zich verdringen om een plekje. Met aangrenzend een riante Kiss &…
Lees verder »
rerer
descriptionArtikel

Top 3 nominaties Jantje Beton Prijs 2023 bekend

25 apr 2023
De vakjury van Jantje Beton nomineert Gouda, Nijmegen en Rijswijk tot de top 3 meest speelvriendelijke gemeentes.…
Lees verder »
foto cover BuitenSpelen 1 2023
descriptionArtikel

Lees nu het magazine 'Ruimte voor Spelen'

13 apr 2023

In het nieuwste nummer van BuitenSpelen, laten we verschillende mensen aan het woord over het thema van dit…

Lees verder »
op de schop enschede
descriptionArtikel

Smiley-terrein Enschede gaat op de schop

20 mrt 2023

Smiley Stroinkslanden, Stichting Enschedese Speeltuinen en gemeente Enschede slaan de handen ineen! Samen…

Lees verder »