Kwaliteitstool voor echt goede groene schoolpleinen

woensdag 10 januari 2024

Schoolpleinen in Nederland worden steeds groener. Waren tot een paar jaar terug 80 procent van de pleinen ‘grijs en fantasieloos', dat geldt nu nog voor 60 procent. Het gaat de goede kant op én er is nog heel veel te winnen. Maar wanneer doe je het nu goed? Daarmee helpt de Groene Schoolpleinen Evaluatie Tool (GSET), ontwikkeld door een breed consortium van organisaties onder leiding van de Vrije Universiteit Amsterdam. Jolanda Maas, onderzoeker aan de VU Amsterdam vertelt er meer over. 

Tekst: Manon van Ketwich, Biind Magazine 

Waar moet een groen schoolplein voldoen om de speel-, leer- en natuurwaarde en daarmee de gezonde ontwikkeling van kinderen, biodiversiteit en klimaatbestendigheid optimaal te stimuleren? Een grote maar concrete vraag waarover een brede groep aan mensen vanuit verschillende organisaties zich de afgelopen tijd heeft gebogen. Nicole van den Bogerd van de Vrije Universiteit Amsterdam leidde het onderzoek dat uiteindelijk heeft geleid tot de ontwikkeling van een kwaliteitstool die antwoord geeft op de genoemde vraag.  “Die brede groep aan experts die betrokken is bij het project geeft aan dat de ambities van deze tool hoog zijn”, stelt Maas. “De boodschap is dat wanneer je een groen schoolplein wil, je deze tool kunt gebruiken om te komen tot een zo goed mogelijk groen schoolplein”  

Er zijn ook andere kennisdocumenten over het realiseren van groene schoolpleinen. “Die zitten vaak meer op het proces”, denkt Maas. “De tool die wij hebben ontwikkeld bestaat nog niet. Die gaat echt over hoe je een groen schoolplein inricht. Nog te vaak zie ik kunstgrasveldjes of houten speeltoestellen. Dat kan in sommige gevallen leuk zijn, maar dat is niet echt onderdeel van een goed groen schoolplein. Een goed groen schoolplein heeft levende natuur, eetbaar groen, prikkelt de zintuigen en daar kan je je eigen spel creëren.” 

Score 

Hoewel de inrichting van een schoolplein een best ingewikkeld proces kan zijn, is de tool door iedereen te gebruiken, ook voor niet professionals. “De tool bestaat onder meer uit een formulier met vragen over verschillende aspecten. Hoe groot is het percentage groen op het schoolplein, zijn er verstopplekken, dat soort dingen. Uiteindelijk rolt er een score uit. De vraagstelling in het formulier geeft je meteen een idee wat je zou kunnen doen om die score te verhogen.” 

Veelzijdiger spelen en betere concentratie 

Een gedetailleerd advies volgt er dus niet direct uit de tool, dat is de volgende stap. Maas: “In dit stadium creëert de tool vooral bewustwording. Je komt te weten waarvoor een groen schoolplein nuttig kan zijn. De positieve effecten ervan zijn nog te weinig bekend, ik zie dat ook in mijn eigen omgeving. Uit onderzoek blijkt onder andere dat kinderen gaan er veelzijdiger van spelen, kunnen zich beter concentreren, hebben een betere band met vriendjes en vriendinnetjes en meisjes bewegen meer op groene schoolpleinen. Bovendien is aangetoond dat wanneer kinderen op jonge leeftijd rijke natuurervaringen opdoen, ze op latere leeftijd ook meer zorg dragen voor een groene omgeving.” Met andere woorden: wie op de basisschool altijd op een versteend schoolplein speelt, zal later minder geneigd zijn een groene tuin aan te leggen. 

Buiten lesgeven 

Zijn er nadelen te noemen van groene schoolpleinen? “Soms zijn ze gevoeliger voor vandalisme. Je zult dus de buurt er goed bij moeten betrekken. En oudere jeugd erop aanspreken als ze ’s avonds rotzooi zouden achterlaten. Verder worden kinderen natuurlijk wat viezer en komt er meer vuil de school in. En uiteraard kost een groen schoolplein meer onderhoud. Het is dan ook een goed idee om het schoolplein zo veel mogelijk te benutten door er ook programmering aan te koppelen. Als je de kinderen er alleen in de pauzes, maximaal een uurtje per dag, op laat spelen is het zonde. Het is veel beter als de docenten ook naar buiten gaan. Op Hogeschool Leiden is hiervoor inmiddels de Outdoor Living & Learning Academy opgericht. Uiteindelijk zou buiten lesgeven ook op de Pabo onderdeel moeten worden van het programma.” 

Middelbare scholen 

De kwaliteitstool van het onderzoeksteam richt zich met name op schoolpleinen van basisscholen, voor het voortgezet onderwijs is nog niet zo veel kennis beschikbaar, weet Maas. “Daar is ook zeker veel te doen, schoolpleinen bij middelbare scholen zijn minstens net zo grijs, zo niet grijzer. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar het effect daarvan op leerlingen. Het spelen wordt op de middelbare school minder belangrijk, het sociale aspect juist meer. Het is hoe dan ook een interessante doelgroep, die veel met stress te maken heeft. Ze hebben echter andere dingen nodig dan jongere kinderen, de kwaliteitstool zou ik daarom niet direct hiervoor gebruiken.” 

Wetenschappers van de Vrije Universiteit, Hogeschool Leiden, Wageningen Universiteit en Research en InHolland Rotterdam werken in dit project samen met partners met veel praktijkervaring en kennis. Betrokken bij dit project zijn Stichting de Groene Stad, Snoek hoveniers, IVN, Stichting Springzaad, Groen onderwijs centrum, Greenport Aalsmeer, Greenport Nederland, Vereniging Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling (GDO), Provincie Overijssel, Provincie Noord-Brabant, Provincie Noord-Holland, Provincie Friesland en de gemeente Almere. Het project is onderdeel van het programma De Groene Agenda 2020 – 2023 en wordt gefinancierd door de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen. 

Dit artikel is verschenen in BuitenSpelen 04/23. Lees meer van BuitenSpelen in onze digitale bibliotheek