Alle speelterreinen in Almere worden circulair
Thea Attevelt, beheeradviseur spelen bij gemeente Almere, is heel blij met het convenant en de samenwerking binnen het bouwteam. “Je slaat, met de overgang van lineair naar circulair, een nieuwe weg in. Je gaat ‘samen op avontuur’, met alle onzekerheden die daarbij horen. Door kennis en ervaring te bundelen, ben je beter in staat om problemen op te lossen die je op je weg vindt.”
Uitvraag
Het circulair maken van speelterreinen is door de gemeente aanbesteed. Deelnemers werden beoordeeld op de mate van circulariteit van hun plannen. De drie geselecteerde partijen voldeden het beste aan de eisen van de gemeente. Dat de gemeente circulariteit in de uitvraag vermeldde, is nog geen gemeengoed bij andere opdrachtgevers. “Het is nog steeds geen vanzelfsprekend onderwerp bij een uitvraag,” zegt Alvin Riga, van Donker Design. “Vaak wordt er gesproken over duurzaamheid, waarbij de betekenis hiervan verschillend wordt uitgelegd: iets gaat lang mee of iets is beter voor het milieu. De ervaring in Almere is anders. Er zijn duidelijke doelstellingen geformuleerd, zoals het verminderen van toestellen en het meer waarderen van groen als speelwaarde. De gemeente is actief bezig met het uitdragen van de visie uit het convenant ‘Samen op avontuur’. Almere is daarom een goed voorbeeld.”
Marktplaats en materialenpaspoort
Almere heeft verschillende stappen gezet om circulariteit in speelterreinen te kunnen realiseren. Zo is een kleinschalige, lokale marktplaats opgezet. Attevelt hierover: “We zijn heel pragmatisch bezig met circulariteit. In die lijn past ook de marktplaats. Alle materialen die nog herbruikbaar zijn en verwijderd worden uit speeltuinen komen daar terecht. Je vindt er onderdelen uit speeltuinen, van prullenbakken tot en met speeltoestellen. Als we een speellocatie inrichten, kijken we eerst welke toestellen of onderdelen van speeltoestellen beschikbaar zijn. Op de marktplaats komen ook speelrelevante producten terecht van andere diensten, denk bijvoorbeeld aan infra met stoeptegels en dergelijke.” Riga: “Nu is de marktplaats nog klein opgezet. We hopen hier nog verder mee te experimenteren en dit verder uit te breiden. Een kwestie van klein beginnen om het behapbaar en testbaar te houden.”
Ook is een materiaalpaspoort in de maak. Riga: “In dit paspoort leggen we de ingezette materialen per speelplek vast. Denk hierbij aan toestellen, speelaanleidingen, maar ook verharding, beplanting en zelfs ondergronden als zand.” Net als de lokale marktplaats is ook het materialenpaspoort nog in ontwikkeling. Attevelt: “We zien de voordelen van deze tools, maar we zien ook dat het nog moet groeien. Belangrijk is dat juist het experimenteren met deze tools ons inzichten geeft om dit in de toekomst verder uit te bouwen. Maar – nogmaals - het is nog pionieren. De komende jaren hopen we dit meer uit te kunnen bouwen. Zo is het van belang dat civiel- en groendiensten nauwer betrokken worden bij de verdere uitbouw van de markplaats."
De praktijk
Over hoe circulariteit nu in de praktijk een plek krijgt, zegt Riga: “Bij elk ontwerp kijken we goed naar wat een ruimte ons te bieden heeft. Daarbij is het streven dat er vrijwel geen afval is. En dat lukt heel goed. Wat we zien is dat we vrijwel al het vrijkomend materiaal hergebruiken op de plek zelf. Er is nagenoeg geen afval! Als het echt niet anders kan, zetten we ‘nieuw’ materiaal in. In het ontwerp spelen we met wat we aantreffen op plekken. Daarbij zetten we in op natuurlijk spelen. Als we ‘nieuw’ bij moeten plaatsen dan geldt de vuistregel om het materiaalgebruik te minimaliseren. Zo plaatsen we bij voorkeur een glijbaan op een grondheuvel, dat bespaart dan weer een trap en steunen.” Riga benadrukt dat circulariteit de speelwaarde van een plek niet in de weg mag zitten. “We maken een speeltuin om lekker te kunnen spelen. Circulariteit vormt hierin weliswaar de rode draad, maar dit moet niet ten koste gaan van het spelplezier.”
Kinderen aan zet
Ouders en kinderen praten nadrukkelijk mee over het uiteindelijke ontwerp, vertelt Attevelt. “We laten kinderen zelf bepalen waar de speellocaties komen. Dat kan op een schoolplein zijn, maar ook een veldje in de buurt. Het is belangrijk om de kinderen op de plek zelf te spreken. De ruimte spreekt dan meer tot hun verbeelding. Ook mogen ze meedenken over het ontwerp. We vragen kinderen uit de buurt naar hun voorkeuren; wat doen ze het liefst buiten? Dat kan klimmen zijn, maar ook bouwen of skeeleren.”
Natuurlijk spelen
Dat groen een belangrijke rol vervult, benadrukt Attevelt: “Het programma dat we nu aan het uitrollen zijn, houdt niet alleen rekening met circulariteit. We proberen ook nadrukkelijk te kijken naar de speelwaarden van de natuur. Dat sluit aan op het speelbeleid van de gemeente, waarin we vol inzetten op de aanleg van natuurlijke speellandschappen. Natuurlijke speelplekken scoren hoog bij kinderen in Almere. Een speellandschap is niet alleen maar groen. Het zijn plekken met bijvoorbeeld hoogteverschillen en waar je materialen aantreft uit de natuur.” Riga: “Met boomstammen, keien en andere natuurlijke speelaanleidingen willen we natuurlijke speellandschappen creëren, met beplanting die de biodiversiteit versterkt en waar kinderen al spelend kennis kunnen nemen van de natuur. Bijvoorbeeld hoe bladeren verteren, dat je vogels kunt spotten en slakken kunt observeren. Kinderen zijn enthousiast, het inspireert ze. Ze leren natuurlijke elementen kennen, risico’s inschatten en de natuurlijke inrichting prikkelt de fantasie.”
In gesprek gaan
In gesprek gaan met bewoners juist ook over circulariteit is heel belangrijk, benadrukt Attevelt: “Je moet bewoners duidelijk maken hoe leuk circulariteit kan zijn. En uitleggen waarom hier en daar een tweede kans toestel staat. En waarom je wilt vernieuwen. Veel ouders zijn huiverig, want wat betekent die vernieuwing voor de veiligheid van hun kinderen? Goed overleg en goede communicatie helpt dan en we merken dat er vervolgens veel animo is onder bewoners. Dat uit zich op verschillende manieren. Zo is er grote bereidheid om mee te helpen om speelplekken op te knappen.”
Dit artikel is verschenen in BuitenSpelen 01/2021. Lees de editie gratis in onze digitale bibliotheek.
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Mulier Instituut: 'Bredere kijk op beweegarmoede nodig'
15 nov om 14:30 uurDe ambitie van de Nederlandse overheid dat in 2040 75 procent van de Nederlanders de beweegrichtlijnen haalt is…
Dordrecht Sportgemeente van het Jaar 2024, ook prijs voor Maastricht
3 okt om 17:37 uurDordrecht is afgelopen week op het jubileumcongres van Vereniging Sport en Gemeenten in ’s-Hertogenbosch…
35 jaar Speelplan: kinderen van jongs af aan naar buiten krijgen
12 sep om 14:42 uurSpeelplan bestaat 35 jaar. We spraken directeur Walid Rahman en keken terug en…
Speel-, sport- en beweegbeleid moet iedere inwoner in Vught laten bewegen
15 mei om 11:24 uurDe gemeente Vught heeft voor het eerst een beleid opgesteld waarin de componenten spelen, bewegen en sport…
Toolbox helpt gemeenten bij monitoren en evaluatie buitenspeelbeleid
16 feb om 12:34 uurOm inzicht te krijgen in de voortgang van beleidsdoelstellingen is monitoring en evaluatie van dat beleid van…
Reactie toevoegen