De Omgevingsdialoog is een overleg tussen de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan en belanghebbende en belangstellende partijen uit de omgeving. Lastig? Niet als je het aan Mark Verhijde en Nanneke van der Heijden van Beter in Burgerparticpatie vraagt.
De Omgevingsdialoog: Hoe dan?
“Het klinkt moeilijker dan het is”, vindt het duo. “Want met een goed voorbereid participatieplan gaat het betrekken van bewoners bij jouw ruimtelijk project eigenlijk als vanzelf.”
Een ruimtelijke ontwikkeling starten zonder de omgeving daarbij te betrekken. Dat is niet meer van deze tijd. Niet voor niets heeft de dialoog met de omgeving daarom een prominente plek in de Omgevingswet. En is het een vereiste, bij de aanvraag omgevingsvergunning of omgevingsplanwijziging en soms ook bij de indiening van de aanvraag. “Een omgevingsdialoog kan helpen om je (bouw)plan beter te maken. Omdat het je inzicht geeft in wat het betekent voor iedereen die erdoor wordt geraakt of de gevolgen ervan ondervindt.”
Hoe weet je nu of je echt alle belanghebbenden betrekt? Welke bewoners gaat het aan en hebben ze ermee te maken als buur, ondernemer, woningzoekende of belangenbehartiger? Raak je ze direct of indirect? En is het dan voldoende om de bewoners uit de omliggende straten te betrekken of trek je een grotere cirkel? Hoe ga je om met het bewonersoverleg of de dorpsraad die er ook wat van vindt? Nodig je uit met een brief, een appje of een bericht in de krant? En welke werkvormen kies je voor de participatie?
Een goed participatieplan geeft het antwoord op deze vragen. “Met dit plan zet je uiteen waarover, wie, wat, wanneer en hoe je het gesprek voert met de omgeving. Of het nu gaat om grote of kleine groepen, een omgeving met weerstand of juist veel creatieve inbreng.” Een participatieplan is daarnaast ook goed te gebruiken als basis voor het participatieverslag dat je straks – via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) - moet indienen bij je vergunningaanvraag.
“Hoewel het niet verplicht is om je projectplan aan te passen na de Omgevingsdialoog moet je wél duidelijk maken, op basis van je projectplan, of je de goede doelgroep hebt betrokken; of je geen mensen bent vergeten; of iedereen informatie op een toegankelijk manier heeft kunnen krijgen; of je in je planning van communiceren en participeren met redelijke reactie termijnen werkt; of je een goede verslaglegging hebt verzorgd en of je ook een goede terugkoppeling hebt gegeven.”
“Als je uitgaat van de drie intenties (bedoelingen) die je kunt hebben bij bewonersparticipatie, (1) informeren, raadplegen en feedback vragen; (2) samenwerken, (3) partnerschap, dan werk je met de Omgevingsdialoog bij ruimtelijke initiatieven meestal met de eerste intentie (en heel soms met intentie 2). Aanpassen van het ruimtelijk plan kun je dan wel doen, want je kunt heel zinnige informatie uit de participatie ophalen en dat kan je initiatief alleen maar beter maken. Maar dat is zeker niet verplicht.”
Verhijde en Van der Heijden adviseren vooral aan goed verwachtingsmanagement te doen. “Mensen die je betrekt mogen vooral niet de verwachting hebben dat jij verplicht bent om hun input te verwerken in het ruimtelijk plan. Dat is niet de opzet van de Omgevingsdialoog, hoe graag we dat ook zouden willen. Dus duidelijke informatie vooraf, voorkomt die verwachting. Blijft over dat betrokken mensen dan denken dat de Omgevingsdialoog vooral een moetje is. En formeel is dat ook zo. Maar hoe je als initiatiefnemer dan het organiseert, dát maakt het verschil.”
Op 29 juni geven Mark en Nanneke de Masterclass Slagvaardige Participatie bij ruimtelijke initiatieven. Een masterclass gericht op bouwers, projectleiders, ontwikkelaars, aannemers, architecten, stedenbouwkundigen. Je leert onder meer hoe je de Omgevingsdialoog vormgeeft. “ Wij denken met je mee de voorbereiding, de kennisgeving, de uitvoering én terugkoppeling van de dialoog. Zo gaat het betrekken van bewoners bij jouw ruimtelijk project eigenlijk als vanzelf.”
Kijk voor meer informatie en aanmelden op www.beterinburgerparticipatie.nl